(Relaas van Dialauguitstap 2013, opgetekend door Guido Van den Sande)
Zondag, 16 juni 2013
De bus van “ De STILLE KEMPEN “nadert Malle.
Maria Vrints, de joviale, alom gekende en gewaardeerde voorzitster van Dialaug, neemt de micro en spreekt ons een laatste maal toe vandaag. Ze wenst ons een behouden thuiskomst en hoopt dat allen tevreden en voldaan zijn nu het
einde van de jaarlijkse uitstap in zicht is. “ En tot ne volgende keer hé, mannen! “
En dan, eerst aarzelend, dan vlakaf komt het er uit :”Der ligt nog iet op men maag…Wie wil er a.u.b.eens een verslag schrijven van onze uitstap voor in het volgende boekske van Dialaug? Want het kan toch nie zijn hé manne, dat altijd dezelfde mensen van ’t bestuur de handen uit de mouwen moeten steken. Da verstade wel hé! Ge hebt tijd tot donderdag, allé, we zien wel hé!”
Complete stilte in de bus, niemand voelt zich blijkbaar geroepen om in zijn pen te klimmen…
Maandag, 17 juni 2013
Heel slecht geslapen vannacht. Voortdurend met die uitstap en vooral dat verslag voor Maria in mijne kop gezeten… Gans de namiddag, tijdens mijn 4u dialyse in Klina, zit ik vanalles op te pennen, meer dan 4 velletjes vol met elk detail dat ik mij van de Dialauguitstap van gisteren herinner en wat ik er, met mijn erg kritische kijk, van vond. ( Leona, de engelbewaarder van dienst op de Low Care, komt discreet informeren of ik weer een boekbespreking of spreekbeurt aan ’t maken ben voor een van mijn kleinkinderen !)
Dinsdag, 18 juni 2013
Mijn rust- en recuperatiedag, oef!
Keiheet weer, tot 36° ! ’t Is zalig in het lommer van de berk in ons hofke! In de namiddag probeer ik een beetje te slapen .
‘t Lukt amper, ik doe bijna geen oog dicht : dat verslag blijft in mijn gedachten spoken.
17u. Ik wil vanavond met een gerust geweten gaan slapen.
Besluit: IK DOE HET, IK BEGIN ER AAN, maar ik vrees dat het een beetje lang gaat uitvallen. Soit! Dan maken ze er, bij de redactieploeg, maar een vervolgverhaal van. Dat het nachtwerk wordt staat vast.
Dag- en maagvullend programma van onze uitstap, in een notendop:
1. Busreis naar Temse, aankomst 9u30, taart ETEN in “Bistro”
2. Wandeling langs kade, dan naar centrum .
3. Bezoek “Zaat” en wandeling in de nieuwe wijk op de oude Boelsite.
4. 13u15: inschepen op IBIS, koude schotel ETEN, 4u durende Scheldevaart.
5. 18u: ETEN in “Bistro”, gezellig kletsen
6. 20u: allen de bus in en naar huis.
Wij werden gedurende onze excursie begeleid en geïnformeerd door niet minder dan 3 officiële stadsgidsen.
Elke gids nam een deeltje van de wandeling voor zijn rekening.
Ze waren alle drie erg sympathiek , wisten veel en bestookten ons met jaartallen, moeilijke woorden en namen uit de kunst, geografie, geschiedenis en heraldiek.
De eerste gids , een vriendelijke dame, wiens naam mij is ontgaan, leidde ons langs de kade waar enkele kunstzinnige beelden enige uitleg verdienden.
Want zeg nu zelf: hebben die 4 bronzen mannen op de kade niks beters te doen dan wat rond te gapen en over een reling te hangen? En die vent die op een biervat zit waar “azijn”op staat geschreven, wat doet die daar en waarom heeft de fontein vier afvoerkanaaltjes en geen 6 of maar één? Toch interessant om weten hé! De dame wist dat allemaal te vertellen. Bovendien gaf zij enige toelichting bij enkele opmerkelijke gevels. Spijtig dat haar stem niet erg ver droeg voor onze vrij talrijke groep. Wij stonden in één lange rij op een veel te smalle stoep en de mensen aan ’t staartje moesten liplezen om iets van de uileg te vatten.
Onze tweede gids was ROGER. Hij had ons tevergeefs opgewacht aan het oude stadhuis, maar dat bezoek werd geannuleerd wegens tijdsgebrek.( Onze groep verplaatste zich nogal op zijn gemakske aan). Hij wist veel boeiende en technische dingen over de 2 bruggen over de Schelde en over de teloorgang van de scheepsbouw op de Boelwerf.
De derde, een charmante jonge dame met lang pikzwart haar en een erg strak spannend vuurrood lederen jasje aan, heette CHANTAL. Dat weet ik zeker! Zij heeft ons gedurende de ganse Scheldetocht vergezeld en voortdurend informatie verstrekt over alles wat we ook maar zagen of konden vermoeden langs de boorden van de machtige, prachtige vloed.
Het verslag van de boottocht vind je in volgende editie. (nvdr)
Rond 17u meerden wij aan, aan de Wilfordkaai.
Wij werden verwacht in de “BISTRO”, een voormalig piepklein schipperskroegje langs de kade dat zijn commerciële oppervlakte meer dan verdubbeld had met een groot terras. Zijn oorspronkelijke Vlaamse en volkse naam (vermoedelijk iets van “bij de Jef van ’t kaaike” of “bij dikke Melanie”) vond men waarschijnlijk niet chic genoeg.
’s Morgens hadden wij er al een serieus stuk appelgebak gekregen. Nu kregen we stoofvlees of visvidé met friet voorgeschoteld. Alles pico-bello! De bediening was eveneens
onberispelijk. Vooral de jonge joviale chef met hip blond paardenstaartje, bij wie er een grapje af kon, liet zich gelden.
De gesprekken aan tafel waren hier geanimeerd tot uitbundig, daar gezellig, intiem bijna ingetogen.
Om 20u stond onze “De Stille Kempen” voor het restaurant al te brommen. De blonde chef begeleidde ons terug tot aan de bus. Rollators en rolstoelen gingen de kofferruimte in en weg waren we, enthousiast nagewuifd door de paardenstaart.
30 minuten of een uurtje later waren wij terug in respectievelijk Wilrijk en Malle. De reis zat er op.
Waarom ik volgend jaar, als ’t God belieft, zeker nog van de partij ben voor de Dialaugexcursie.
Primo. Om mijn waardering en dank uit te drukken voor de organisatoren. De organisatie is vlekkeloos: je voelt en ziet aan vele details dat een ploeg mensen zich met hart en ziel heeft ingezet.
CHAPEAU en HARTELIJK DANK Maria, Leo, Dirk en alle andere stille werkers.
Secundo. Wat mij vooral aantrekt en charmeert tijdens de jaarlijkse excursie is:
– de kennismaking met nieuwe gezichten.
– steeds heb ik het geluk hartelijke, toffe mensen te ontmoeten, mensen die ondanks hun leed, ziekte, miseries of verlies van partner, hun hart kunnen luchten en ongelooflijk sterk en optimistisch blijven, steeds bereid anderen op te beuren en te bemoedigen.
Wij, nierpatiënten en onze partners zitten allen in hetzelfde schuitje. En ik ervaar dat persoonlijk contact met lotgenoten oplucht, de moraal opkrikt, solidariteit kweekt en ons leert ons eigen lot te RELATIVEREN!
DAT fijn gevoel ervaren, maakt de excursie al de moeite waard.
Daarom ga ik ZEKER nog mee! (maar schrijf nooit meer een relaas)